Die Meistersinger von Nürnberg

:: Personages :: Eerste Akte :: Tweede Akte :: Derde Akte ::


Home
Derde Akte

Nachtegaal

Eerste Toneel (3e akte)

Het is de ochtend van Johannistag. De zon schijnt en Hans Sachs zit in zijn werkplaats aan de werktafel te lezen, hij overdenkt de gebeurtenissen van de afgelopen nacht. Onopvallend komt David de werkplaats binnen met een mand, er zitten sierlinten en bloemen in voor het feest van vandaag en ook etenswaren. Tot David's verbazing is Sachs mild gestemd, ondanks zijn rol in het gevecht van afgelopen nacht. Sachs vraagt David naar het belang van Johannistag en als David het juiste antwoord heeft gegeven stuurt hij hem weg om zich in feestkleding te steken. Sachs verzinkt opnieuw in gedachten over het vaak ondoordachte gedrag van de medemens: 'Wahn! Wahn! Überall Wahn!'.  

Tweede Toneel (3e akte)

De jonge ridder Walther komt de werkplaats binnen en vertelt Sachs van een wonderschone droom die hij afgelopen nacht heeft gehad. Sachs helpt Walther van deze droom een Meesterlied te dichten, de eerste twee delen lukken uitstekend. Geroerd zegt Sachs dat dit waarlijk een Meesterlied is, slechts een derde slotdeel ontbreekt nog. Walther heeft hier echter tijd voor nodig en Sachs raadt hem aan om zich het droombeeld goed voor de geest te houden, de inspiratie zal vanzelf komen op het juiste tijdstip en de juiste plaats. Sachs neemt Walther mee naar de aangrenzende kamer om de feestkleding voor vandaag uit te zoeken.

  Johannistag

Dag ter ere van Johannes de Doper. Hij was voorloper van Jezus Christus en zijn geboortedag is vastgesteld op 24 juni, een halfjaar voor de geboorte van de Heiland. De Johannisnacht is de kortste nacht van het jaar en werd vroeger gevierd als Midzomernacht. De naam van Johannes vinden we terug in de moderne versie 'Hans'. Het is dus tevens de naamdag van Hans Sachs.
Johannes de Doper
   

Derde Toneel (3e akte)

Beckmesser is in feestkleding. Moeilijk lopend van het pak rammel, dat hij van David heeft gekregen, gluurt hij in de werkplaats van Hans Sachs en ziet dat er niemand is. Hij gaat de werkplaats binnen en ontdekt het papier waarop Hans Sachs het lied van Walther heeft genoteerd. Denkend dat het lied van Sachs is, steekt hij het boos in zijn tas. Hij bedenkt zich dat Sachs de aanstichter van het gevecht van gisteravond is geweest, om hem op die manier uit de weg te ruimen. Zo zou dan Sachs de hand willen winnen van Pogner's dochter.

Dan komt Hans Sachs binnen en Beckmesser uit zijn vermoedens. Sachs ontkent echter dat hij mee wil doen aan de zangwedstrijd en schenkt Beckmesser het papier, opdat hij geen dief is. Beckmesser is zeer verheugd. Met een gedicht van Sachs en zijn eigen melodie kan hem de prijs niet ontgaan. Hij bedankt Sachs hartelijk en rept zich naar huis om het gedicht op toon te zetten. Hans Sachs bedenkt zich dat deze affaire uitstekend past in zijn plan. Dan ziet hij Eva komen.

Vierde Toneel (3e akte)

Eva treedt de werkplaats binnen in glanzend witte kleding. Haar nieuwe schoenen zitten niet prettig en ze vraagt Hans Sachs er naar te kijken. Als Sachs controleert waarom de schoenen niet goed passen, komt Walther binnen in glanzende ridderdracht. Eva en Walther staren elkaar onbeweeglijk aan, terwijl Sachs zich om de schoenen van Eva bekommerd. Walther bezingt Eva's schoonheid in een lied, een lied dat Sachs een Meesterlied noemt. Eva door de emoties in tranen, drukt zich tegen de borst van Sachs. Walther schudt Sachs' hand in dankbaarheid. 

Wanneer ook Magdalene en David in feestkleding binnen komen, doopt Sachs het nieuwe Meesterlied van Walther. Als peetouders treden Hans Sachs en Eva Pogner op, als getuigen Magdalene en David. Opdat een leerjongen geen getuige zal zijn, wordt David door Sachs tot Gezel gemaakt en krijgt daarmee toestemming te trouwen met Magdalene. De naam van de boreling zal zijn 'Die selige Morgentraumdeut-Weise'. Eva, Sachs, Walther, David en Magdalene bezingen ieder het geluk dat deze prachtige ochtend hen heeft gebracht. Dan stuurt Sachs ieder naar de feestweide, waar de zangwedstrijd zal plaats vinden. David sluit het huis.

Vijfde Toneel (3e akte)

Een feestweide aan de oever van de rivier de Pegnitz. Burgers met vrouwen en kinderen, leerjongens, gezellen en meesters zijn in feestelijke stemming bij elkaar. Het schoenmakers-gilde komt juist aan en wordt van harte welkom geheten, gevolgd door het gilde van de kleermakers, op hun beurt gevolgd door het bakkers-gilde. Als de meisjes van Fürth aankomen beginnen de leerjongens en gezellen een volksdans, totdat de Meesterzangers aankomen. Het vaandel van de Meesterzangers toont Koning David met zijn harp en alle aanwezigen begroeten de Meesterzangers. Wanneer de Meesterzangers plaats hebben genomen op het podium zingt het volk een lied ter ere van Hans Sachs: 'Wach auf, es nahet gen Tag...'. Geroerd bedankt Sachs het volk voor dit eerbetoon en kondigt op waardige manier de zangwedstrijd aan. 

Beckmesser mag als oudste het spits afbijten. Hij heeft het Meesterlied van Walther tot een onzinnige woordenbrij gedicht en onder de toehoorders ontstaat grote hilariteit. Woedend over deze publieke vernedering wijst Beckmesser, Hans Sachs aan als de maker van het gedicht. Tot verbazing van iedereen antwoordt Sachs dat hij graag de dichter zou zijn geweest van dit gedicht, want op de juiste wijze voorgedragen is het een lied van ongekende schoonheid. Hans Sachs roept de dichter van het lied op zich bekend te maken, door het lied op de juiste manier en met de juiste wijs voor te dragen. Walter treedt naar voren en zingt het lied. Iedereen komt onder de betovering van het Meesterlied en luistert in stille verwondering. Als Walther is geëindigd breken de mensen in jubel uit en unaniem wordt Walther tot winnaar uitgeroepen. Opgelucht over het verloop van de wedstrijd dankt Pogner Hans Sachs. 

Walther knielt voor Eva, die hem een lauwerkrans op het hoofd drukt. Walther en Eva knielen voor Pogner, die zegenend zijn handen over hen uitstrekt. Pogner wil hem tot Meesterzanger maken door hem de gouden ketting met het beeld van Koning David om te hangen, maar Walther weigert met de woorden dat hij zonder de Meesterzangers gelukkig wil zijn. Dat komt hem op een berisping te staan van Sachs, juist door de prijs (Eva) van de Meesterzangers vindt Walther zijn geluk. Sachs maant het volk om altijd de Duitse Meesters te blijven eren, zij zijn de hoeders van het Duitse erfgoed. Eva neemt de lauwerkrans van Walther's hoofd en plaats deze op het hoofd van Sachs. Sachs neemt de gouden ketting uit handen van Pogner en hangt hem Walther om. Nadat Sachs het paar omarmt blijven Walther en Eva, beide geleund tegen een schouder van Sachs staan. Het volk bejubelt de Heilige Duitse kunst, zijn meesters en bovenal Hans Sachs.

Ehrt Eure deutschen Meister!

Naar Boven